Diarree lammeren

Bij jonge, opgroeiende lammeren zien we regelmatig diarree. Hierbij moet onderscheid gemaakt worden tussen voedingsdiarree, waar we de oorzaak in het rantsoen van de dieren moeten zoeken en diarree veroorzaakt door ziektekiemen: bacteriën, virussen en parasieten

E. coli
Deze vaak zeer acuut verlopende aandoening, gaat gepaard met ernstige, waterdunne diarree en vindt plaats gedurende de eerste 3 levensdagen. Door de hevige diarree treedt snel uitdroging op, zijn de lammeren erg slap en ziek en kunnen binnen 24 uur sterven.
De infectie vindt plaats tijdens of vlak na de geboorte. De bacteriën hechten zich aan de darmwand, vermenigvuldigen zich en produceren grote hoeveelheden toxinen, die de diarree veroorzaken.
Behandeling van deze aandoening is niet gemakkelijk. Vocht toedienen is belangrijk en eventueel kan een antibioticum ingezet worden. Belangrijker is de preventie: zorg voor een goede hygiëne rondom het aflammeren en controleer of de lammeren vlot voldoende biest binnen krijgen.

Campylobacter jejuni 
Deze bacterie geeft niet vaak problemen in Nederland, hoewel hij wel regelmatig in de omgeving van de dieren voorkomt. Diarree is een van de symptomen, maar wat we vaker zien zijn de zogenaamde “rekkers en strekkers”. Hierbij is sprake van een ontsteking van het laatste gedeelte van de dunne darm waarbij de dieren zich regelmatig rekken en strekken als gevolg van buikpijn. Vaak is deze aandoening chronisch en nemen de lammeren langzaam af in conditie. Sterfte kan uiteindelijk optreden. In een vroeg stadium kan therapie met antibiotica zinvol zijn.

Cryptosporidien
Dit is een zeer besmettelijke aandoening, veroorzaakt door een parasiet die zich in de omgeving van de lammeren bevindt. De dieren zijn ongeveer 4 tot 21 dagen oud, hebben soms koorts en zijn slap en sloom. De diarree wisselt van dun tot pasteus.
Vaak treden secundaire infecties op door de verminderde weerstand van de dieren. 
Herstel treedt zeer geleidelijk op.
Medicijnen zijn beschikbaar, maar niet toegelaten om bij schapen te gebruiken. Daarom is het stellen van de juiste diagnose met behulp van mestonderzoek in dit geval erg belangrijk. 

Coccidiose

Ook deze, bij de meeste schapenhouders bekende aandoening wordt veroorzaakt door een parasiet, Eimeria genaamd.
Er komen vele Eimeria-soorten voor in de omgeving van de dieren, zowel in de stal als op het land. Slechts 2 daarvan zijn ziekteverwekkend. De lammeren hebben diarree, vaak met bloed vermengd of zwart van kleur en persen op de ontlasting. Na verloop van tijd worden de lammeren mager, groeien slecht en hebben dorre, grijze wol.
De diagnose coccidiose wordt nogal eens onterecht gesteld. Alleen de combinatie van klinisch beeld, geschiedenis van het bedrijf, leeftijd van de dieren en mestonderzoek waarbij gezocht wordt naar de pathogene Eimeria-soorten maakt een definitieve diagnose mogelijk.
Op zich is coccidiose goed te behandelen. Belangrijk hierbij is dat het hele koppel behandeld wordt. Hygiëne is wederom van belang voor de preventie. Eventueel kunnen de hokken ontsmet worden met een special hiervoor geregistreerd middel op basis van ammoniak of met heet water (> 60 C).

Maagdarmwormen
Bij opgroeiende lammeren wordt diarree vnl. veroorzaakt door Nematodirus-wormen. Op latere leeftijd gaan andere wormsoorten ook een rol spelen. In eerdere nieuwsbrieven zijn we al uitgebreid ingegaan op voorkomen en behandeling van wormbesmettingen. Eventueel hebben we voor U op de praktijk een folder beschikbaar, waar alle aspecten nog eens uitgebreid aan bod komen.

Rantsoen
Als laatste veroorzaker van diarree moet zeker genoemd worden fouten in het rantsoen. Denk daarbij aan te veel biest of kunstmelk van verkeerde samenstelling, temperatuur etc. Te vroeg of verkeerd spenen, te grote krachtvoeropname of plotselinge rantsoenswisselingen. Ook jong, eiwitrijk gras in de weide is een bekende en veel voorkomende veroorzaker van diarree.