Gebitsproblemen bij de hond
De hond heeft een carnivoren gebit, dit betekent dat het gebouwd is om te kauwen en prooien te verscheuren. Ze hebben zeer grote voortanden en kiezen waarmee ze voornamelijk kauwen en verscheuren.
Pups hebben bij de geboorte nog geen tanden, deze komen tussen de 2 en 4 weken door, het zogenaamde melkgebit, dit gebit wisselt als zij ongeveer tussen de 5 en 7 maanden oud zijn. Door het groeien van de wortels van het blijvende gebit, wordt het melkgebit er als het ware "uitgedrukt", waarna zij loslaten en plaats maken voor het volwassen gebit.
Een hond heeft 42 gebitselementen: 12 snijtanden, 4 hoektanden, 16 premolaren en 10 molaren.
Problemen met wisselen
Over het algemeen gaat het wisselen vanzelf. In enkele gevallen, en dan vooral bij de kleinere rassen, blijft er een gedeelte van het melkgebit aanwezig. Zijn er op 6 maanden leeftijd nog melktanden aanwezig dan is het noodzakelijk deze, onder narcose, te laten verwijderen. Wanneer ze namelijk blijven zitten verhinderen ze het doorkomen van de permanente tand en zorgen voor standsafwijkingen.
De hond heeft slechts één gebit en moet daar zijn hele leven mee doen. Stinkt de hond erg uit zijn bek, dan kan dit onder andere te maken hebben met gebit, - of tandvleesproblemen, maar ook maagklachten of problemen met de nieren kunnen dit veroorzaken. Het laten controleren van het gebit is dan erg belangrijk. De dierenarts zal het dier nakijken en beoordelen of het gebit schoongemaakt moet worden, dit moet onder narcose gebeuren. Bij de vaccinatie wordt het gebit altijd gecontroleerd.
Gebitsreiniging
De assistente zal beginnen met het verwijderen van grote brokken tandsteen met behulp van een speciale tang, daarna wordt het gebit zowel aan de buitenzijde als de binnenzijde grondig schoongemaakt met een ultrasoon reinigingsapparaat. Ook onder de tandhals wordt schoongemaakt, daar bevindt zich vaak de meeste tandplaque. Elementen die los zitten worden verwijderd. De pockets worden gemeten en er wordt bijgehouden welke tanden en/of kiezen in de toekomst extra aandacht nodig hebben.
Daarna wordt het gebit grondig gepolijst en gespoeld en indien nodig krijgt u antibiotica en/of mondspoeling mee.
Gebit voor de behandeling:
Gebit na de behandeling:
Soms hebben dieren weinig tandsteen maar wel ontstoken tandvlees, dan vindt dezelfde behandeling plaats.
U krijgt van de assistente uitleg wat er precies gebeurd is en hoe het daarna verder moet.
Wij bieden na een gebitsreiniging een gratis vervolg consult aan, ongeveer twee maanden na de behandeling. Er wordt dan gekeken hoe het gebit eruit ziet en of het dier gevoelig is voor tandplaque. Sommige dieren hebben een "verstoorde" enzymhuishouding, wat betekend dat zij zeer gevoelig zijn voor tandplaque.
Om te voorkomen dat zij elk half jaar onder narcose moeten kunt u ze speciaal dieet voer geven.
De beste remedie tegen tandplaque en de daaruit voortkomende tandsteen en tandvlees problemen blijft toch tanden poetsen. Tanden poetsen bij honden lijkt een hele klus, maar het is zeker te doen, mits u het goed en geleidelijk aan, aanleert.
De assistente kan u uitleggen hoe dit precies in zijn werk gaat en zal hierbij ook kijken naar het karakter van de hond.
Om het gebit van uw hond zo lang mogelijk in goede conditie te houden adviseren wij:
1) Goede kauwbotten te geven
2) Brokken in plaats van zacht voer3) Tanden te poetsen
4) Eventueel speciale voeding te geven
5) Regelmatig het gebit (laten ) controleren